Korte geschiedenis van Wommels

Het is moeilijk te bepalen waar de geschiedenis van ons dorp begint. Aan de hand van terpvondsten neemt men aan dat er voor 500 v Chr. al bewoning is geweest. Omstreeks 1900 zijn er in de terp Fyns Romeinse munten gevonden, waar we uit op kunnen maken dat er toen zeker een redelijk uitgebreide permanente bewoning is geweest De zee had het veen, dat tussen de eilanden en de hoge zandgronden lag, weggeslagen en er klei voor teruggelegd. Langzamerhand werd de kleilaag zo hoog dat het geschikt voor bewoning werd. Het zeepeil was ongeveer 1.70 m. lager dan nu. Toen het zeepeil begon te stijgen heeft men de hoogste woonplekken opgehoogd tot terpen. In de omgeving van Wommels liggen veertien van de oudste terpen van Friesland, Hottinga, Westerlittens, Walpert, Britsaerd, Geins, Fyns, Sippens, Tywerd, Tellens, Swyns, Stapert, Swiegaerd, Braerd en Hondsboad.

Gemeenschappelijke belangen zorgden ervoor dat enkele terpen het dorpsgebied van Wommels gingen vormen. Vooral het bouwen van kerken (800-1000) heeft daarin een belangrijke rol gespeeld.

Schieringers en Vetkopers

De naam Wommelenze komen we voor het eerst tegen op een lijst van kerken uit plusminus 1270 . De naam betekent: de plaats waar Womel en zijn familie woont. Men leefde hier hoofdzakelijk van de landbouw. Sommige families werden steeds machtiger en speelden een rol in het conflict tussen Schieringers en de Vetkopers (plusminus 1300-1500). In Wommels stond de stins van de Hottinga die bij het kamp van de Schieringers hoorden. De Donia’s uit Easterein en de Van Harinxma’s uit Sneek en enkele families uit Bolsward hoorden bij de Vetkopers. Meerdere keren hebben ze de Hottinga’s aangevallen. De Hottingastins was echter moeilijk te veroveren, wel werden omliggende boerderijen platgebrand, het vee meegenomen en de kerk leeggeroofd. Worp van Thabor schrijft hierover: Doen togen Boelsverdera nae Wommels, ende branden dat munckehuys, by die kercke, dat Hottinga toe hoorde, ende beroofden Syaerdema ende Hottinga landssaeten ende andere huysluiden, ende naemen veel gueds uit die kercke, ende naemen veel beesten mede. De Hottinga’s hebben op hun beurt in 1491 de oude Agge Donia (Hidaard) vermoord. Later werd de Hottingastins aangevallen door Geldersen, dezen bezaten grote bussen, een soort kanon. De stins was niet te behouden en Jarich Hottinga moest vluchten. Toen Karel V in 1524 de macht over Friesland kreeg keerde de rust terug. In Wommels stond ook de stins van De Jongema’s, deze heeft geen grote rol gespeeld in het conflict tussen de Schieringers en de Vetkopers.

Van pastoor naar dominee

De kerk waar Worp van Thabor over spreekt werd in de 12de of 13de eeuw op de Terp gebouwd. Zeker is dat daarvoor ook al een kerk heeft gestaan. De kerk was gewijd aan de heilige Jacobus. In 1508 is de kerk groter gemaakt en verbouwd, wat later ook nog enkele malen is gebeurd. De stompe toren heeft halverwege de 19de eeuw een spits gekregen. In de kerk laten oude grafstenen en fraaie rouwborden iets meer zien van oude adellijke families. In 1580 kwam er een eind aan de Roomse tijd en ging over, waarmee de pastoor verdween en de dominee kwam.

Dorp van Grietmannen

Nadat het ambt van grietman tot 1629 in handen van de Van Burmania’s uit Iens was geweest, ging het daarna over naar De Jongema’s en bleef voortaan in Wommels. In 1706 werd Idsert van Sminia grietman en bouwde een slot bij de Terp. Wommels werd het belangrijkste dorp in de regio hoewel Easterein meer inwoners telde. De ligging aan de Bolswarder Vaart is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van Wommels. Het was de belangrijkste verkeersverbinding van die tijd. Er vestigden zich nogal wat kooplui, winkeliers, ambachtslui en zelfs een chirurgijn in ons dorp. In 1791 telde Wommels 405 inwoners en in 1855 705. Na de Franse Tijd kwamen de grietmannen uit de familie Van Eysinga, die in de oude Van Sminiastate woonden. Achter deze state had men een bos aangelegd, It Bosk). Het oude dorp lag langs de Bolwarder Vaart en om de Terp. Wel woonden er veel mensen buiten het dorp in de arbeiderswoningen bij de vele boerderijen. Na 1850 werden er nieuwe verharde wegen aangelegd, een naar Spannum, een naar Easterein en een naar Bolsward.

De 20ste eeuw

Er ontstond een bloeiende kaashandel in het dorp en toen er aan het eind van de 19de eeuw twee zuivelfabrieken werden gebouwd groeide het inwonertal hard. De Hofkamp is rond 1900 volgebouwd en  Wommels telde toen 1163 inwoners en 1373 in 1954 . Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Wommels steeds meer een centrumfunctie. Het dorp veranderde snel, het aantal woningen verdubbelde. Aan de ene kant werden er veel oude huizen afgebroken en aan de andere kant kwamen er veel nieuwe wijken bij. In 1986 had Wommels 2000 inwoners, na de sluiting van de laatste zuivelfabriek zakte het inwonertal weer onder de 2000 maar in 2006 telde Wommels 2105 inwoners.

Walpert en Stapert

De naam Nij Stapert is ontleend aan een oude plaatselijke legende over twee mannen, Agge en Bokke. Beide streven naar de hand van de edelvrouw Bertha. Bertha’s vader beslist dat er een gevecht te paard moet komen. Degene die het langst te paard blijft zal winnen en trouwen met Bertha. Wanneer het paard van Bokke valt (valpeerd, later walpert), is de strijd ten einde. Het paard van Agge blijft staan (stapeerd, later stapert). Zo worden de terpen genoemd waar de heren wonen en de namen Walpert en Stapert zijn geboren.